LUCHTDICHTING

Luchtdichting van een gebouw is de laatste jaren meer en meer een begrip aan het worden. Het uitgangspunt hiervan is dat men alle naden en kieren in een woning tot een minimum herleidt zodat de warme lucht van binnen en de koude lucht van buiten niet met mekaar in contact komen. De koude lucht van buiten kan niet naar buiten, en de warme lucht van binnen kan niet naar buiten. Het is zoals tocht, wanneer je bijvoorbeeld twee ramen tegenover mekaar zou open zetten, creëer je een luchtstroom waardoor bij koude lucht buiten, je woning afkoelt. Dit gebeurt bij naden en kieren ook, alleen je voelt het minder sterk. Maar deze tocht is er wel, zonder dat je dit merkt. Hierdoor koelt je woning af. Bij een woning waarbij men geen enkele aandacht zou vestigen op luchtdichting zou de lucht in de woning op 1 uur tijd ongeveer 5 keer vervangen worden door lucht van buiten. Bij een passieve woning zal dit minder dan 0,6 keer zijn. Dit getal noemt men de n50 waarde.

Luchtdichtheidsmetingen of blowerdoortests

Deze luchtdichting kan men meten met een blowerdoor. Veelal doet men eerst een B-test wanneer de meeste luchtdichtingen zijn aangebracht. Tijdens deze test kan men eventueel nog verbeteringen aanbrengen. Wanneer de woning af is, doet men de A-test. De resultaten van deze test worden gebruikt om het EPB-eindverslag in te dienen, of om eventuele certificaten aan te vragen.

De blauwe lijn op de tekening toon de luchtdichte binnenschil van het gebouw.

Met een onderdruk en daarna een overdruk van 50 pascal kan men aan de hand van het binnenvolumevan de woning en de resultaten van de blowerdoortest de n50 waarde van de woning berekenen.